In dit artikel vermelden we kort de belangrijkste wijzigingen in de wetgeving die betrekking heeft op 2024.
Het wettelijk minimumloon wordt een minimumuurloon
Voor 2024 werd er een minimum maandloon vastgesteld. Vanaf januari 2024 is een minimum uurloon van toepassing. Bij het minimummaandloon was het zo dat het fulltime bedrag per maand gelijk was voor werknemers die een werkweek hadden van 36, 37, 38 of 40 uur per week. Dat betekende het mogelijk was dat werknemers die allemaal het minimumloon verdienden een ander uurloon hadden. De wetgever vond dat niet wenselijk. Daarom wordt er vanaf 2024 uitgegaan van een minimumuurloon. Om het uurloon van de werknemers met een fulltime werkweek van 36 uur per week niet te laten dalen, is de wetgever het maandloon om gaan rekenen naar een uurloon op basis van die 36 uur.
Dit betekent wel de de uurlonen voor bedrijven met een fulltime werkweek van 38 uur en 40 uur de uurloon extra hard zullen stijgen:
Daarnaast is het ook zo dat de methodiek van het berekenen van het berekenen van het maandloon nu ook wordt gewijzigd.
Het actuele minimumloon is terug te vinden bij: minimumloon 2024.
Voor meer informatie over de wijziging van het minimumloon en de berekening daarvan verwijzen we naar het kennisdocument minimumloon.
Verruiming vrijstelling ov-abonnementen en voordeelurenkaarten
U kunt een ov-abonnement of voordeelurenkaart (hierna: ov-kaart) aan uw werknemer ter beschikking
stellen, verstrekken of de kosten daarvan vergoeden. Tot en met 2023 geldt kon alleen het zakelijke deel onbelast worden vergoed.
Vanaf 1 januari 2024 is er geen onderscheid meer tussen het vergoeden, verstrekken of ter beschikking
stellen van een ov-kaart. Vanaf 2024 geldt dat, als de werknemer de ov-kaart (ook) gebruikt voor zakelijke
reizen (waaronder woon-werkverkeer), de vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling van een
ov-kaart gericht is vrijgesteld. De mate van het privégebruik is vervolgens niet van belang en het
privégebruik is niet belast.
Jeugd-LIV vervalt per 2024/Aanpassing LIV
Het jeugd-LIV was een subsidieregeling voor werkgevers die jeugdige werknemers in dienst hadden met een laag inkomen. Het jeugd-LIV wordt afgeschaft per 1 januari 2024. In 2024 vindt nog wel de betaling plaats van het jeugd-LIV over de verloonde uren in 2023.
Tot en met 2023 is een van de voorwaarden voor het recht op het lage-inkomensvoordeel (LIV) dat het
gemiddeld uurloon van een werknemer over een kalenderjaar minimaal 100% en maximaal 125% van het
wettelijk minimumloon (WML) bedraagt. De bovengrens van 125% van het WML wordt per 1 januari 2024
verlaagd naar 104% van het WML. (Het LIV zal waarschijnlijk in 2025 helemaal worden afgeschaft.)
Overige wijzigingen
Jaarlijks worden diverse percentages en vaste bedragen voor vergoedingen aangepast. Onder andere de volgende zaken zijn dit jaar aangepast:
- de onbelaste reiskostenvergoeding per km.
- de onbelaste vergoeding per thuiswerkdag.
- de minimumbedragen voor de 30% regeling voor buitenlandse werknemer. (Daar is nu ook een maximumbedrag bij gekomen.
- het gebruikelijkloon dat een Directeur Groot Aandeelhouden (DGA) jaarlijks minimaal moet verdienen.
Deze nieuwe cijfers zijn terug te vinden op kerncijfers 2024