Het coronavirus heeft grote gevolgen voor uw bedrijfsvoering. Als u minder of geen werk meer heeft zult u als eerste uw oproepkrachten niet meer oproepen.
Als u in aanmerking komt voor de NOW (zie ook Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid), dan kunt u het loon van uw oproepkrachten doorbetalen. Vanuit de subsidie van het NOW krijgt u een vergoeding van de loonkosten die afhankelijk is van uw omzetdaling. In eerste instantie lijkt het dan financieel voordeliger om oproepkrachten niet meer op te roepen en niet meer door te betalen. Geen kosten is voordeliger dan wel kosten met een gedeeltelijke kostenvergoeding. De regering heeft in de regeling van de NOW hier echter rekening mee gehouden: De subsidie gaat voor het voorschot uit van de loonsom van januari 2020. Is de loonsom van maart t/m mei 2020 lager dan de loonsom van januari, dan wordt de subsidie niet verminderd naar rato van het omzetverlies, maar met de volledige loonsomdaling. Kortom als u het loon van de oproepkrachten niet meer doorbetaald, dan krijgt u het bedrag dat u minder betaald als aftrek op de subsidie!
Mocht u toch uw oproepkrachten niet meer oproepen, dan hebben we hieronder beschreven waar u dan rekening mee moet houden.
Oproepkrachten hebben een arbeidsovereenkomst waarbij het aantal te werken uren van te voren niet vast staat. Als u een oproepkracht nodig heeft, dan dient u hem wettelijk gezien minimaal 4 dagen* van te voren op te roepen.
U heeft ook het recht om een oproep in te trekken. Het is nu zeer waarschijnlijk dat u geen werk meer heeft voor uw oproepkrachten. Als u de oproep intrekt binnen 4 dagen* voordat de oproepkracht zijn werk zou gaan doen, dan moet u de ingeplande uren toch doorbetalen. De ingeplande uren voor over 5 dagen of later kunt u nu schriftelijk of elektronisch intrekken. U hoeft dat loon dan niet meer door te betalen.**
* De termijn van 4 dagen kan in een cao worden verkort. Deze termijn mag niet korter zijn dan 24 uur voor de aanvang van de dienst. In de cao Horeca is dat bijvoorbeeld vastgelegd:
** In principe hoeft u het loon van oproepkrachten dus niet langer dan 4 dagen* door te betalen. Er zit echter nog wel een adder onder het gras: het rechtsvermoeden van arbeidsomvang.
Dit artikel houdt in dat een werknemer na 3 maanden aan de werkgever kan vragen zijn arbeidsovereenkomst aan te passen naar het gemiddelde van de afgelopen 3 maanden. Een werkgever kan dit nog wel proberen te weerleggen als hij aan kan tonen dat deze periode niet representatief is (bij bijvoorbeeld een seizoenspiek of extra uren vanwege een zieke collega).
Het is wel mogelijk om de loondoorbetalingsverplichting uit te sluiten door dit in een arbeidsovereenkomst vast te leggen. Dit mag echter maar voor maximaal 6 maanden.
Kortom: u hoeft uw oproepkrachten dus maar maximaal 4 dagen door te betalen (als u nu al uw oproepen intrekt). Er blijft echter wel een risico bestaan dat een werknemer zijn uren op gaat eisen. Als u dan al een vergunning voor de deeltijd-ww heeft aangevraagd (en gekregen), dan kunt u dat voor die periode niet meer aanpassen.
Zie voor meer info; Maatregelen met betrekking tot het coronavirus - Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid