In de Wet Arbeidsmarkt in Balans wordt geprobeerd om het aannemen van vaste werknemers te stimuleren. Dit wordt gedaan door voor werknemers met vaste uren en een contract voor onbepaalde tijd een 5% lagere WW premie te hanteren.
De voorwaarden voor die 5% lagere premie zijn:
1) Er moet een schriftelijke arbeidsovereenkomst zijn voor onbepaalde tijd.
2) In de arbeidsovereenkomst moet een bepaald aantal vaste uren zijn vastgelegd.
3) Deze arbeidsovereenkomst moet opgeslagen zijn in uw administratie.
1 De schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd
Het contract voor onbepaalde tijd moet door beide partijen ondertekend zijn. Als een werknemer al 10 jaar zonder contract voor u werkt, dan heeft hij arbeidsrechtelijk wel een contract voor onbepaalde tijd, maar in deze wet staat specifiek dat u een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moet hebben. Als u deze nog niet heeft is er waarschijnlijk te weinig premie berekend. U kunt dan nu alsnog uw overeenkomst schriftelijk vastleggen. De lage WW premie kan pas worden toegepast vanaf de datum dat beide partijen het contract hebben ondertekend.
2 Vaste uren
In de arbeidsovereenkomst moet een vast aantal uren zijn vastgelegd. Dit mag een vast aantal uren per week, maand of jaar zijn. Als er sprake is van een vast aantal uren per jaar, dan moet het maandelijkse salaris wel gelijk zijn. Is dat niet het geval, dan wordt dit beschouwd als een oproepovereenkomst. Ook contracten voor "minimaal x uur per week" of een min-max contract worden beschouwd als oproepovereenkomsten. In de overeenkomst moet dus echt een vast aantal uren zijn afgesproken. Als u vastlegt dat de werknemer gemiddeld x uur per week werkt, mag u alleen de lage premie toepassen als het loon gelijkmatig over het jaar wordt uitbetaald.
Uiteraard is het nog wel toegestaan dat werknemers met een vast aantal contracturen extra werken. Dat moet alleen niet heel concreet worden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst.
De Belastingdienst heeft hierop de regel toegevoegd dat als in december blijkt dat de werkelijk verloonde uren meer dan 30% hoger liggen dan de contracturen, er met terugwerkende kracht over het hele jaar alsnog de hoge WW-premie betaald moet worden. (Vanwege corona is er een uitzondering gemaakt dat er in 2020 (en waarschijnlijk 2021) geen verrekening plaats hoeft te vinden). Werknemers met een gemiddelde contractduur van minimaal 35 uur per week mogen wel meer dan 30% dan hun contracturen extra werken. Dit heeft dan geen gevolgen voor de lage WW premie.
3 De overeenkomst moet zijn opgeslagen in uw administratie
Het komt er dus op neer dat de regeling pas mag worden toegepast als beide partijen een handtekening op het contract hebben gezet en het contract is opgeslagen in uw administratie.
Hoe werkt de regeling in de praktijk?
In de wet is vastgelegd dat per 1e van de maand moet worden gekeken of de werknemer voldoet aan de 3 bovengenoemde eisen. Is dat niet het geval, dan is de gehele maand de hoge premie van toepassing.
Op de loonstrook in Personeel en Salaris Online is dat te zien aan de volgende informatie:
In dit geval is er een contract voor onbepaalde tijd, er zijn vaste uren en er is een schriftelijk contract. De lage premie wordt dus toegepast.
Voorbeelden:
Een werknemer krijgt per 1 oktober een contract voor onbepaalde tijd met vaste uren. Het contract is 25 september opgesteld, maar de werknemer tekent het contract op 2 oktober. In dat geval is er op 1 oktober nog geen ondertekend contract in de administratie en moet voor heel oktober de hoge premie worden berekend. Vanaf 1 november mag de lage premie worden berekend.
Een werknemer met een contract voor bepaalde tijd krijgt per 15 juli een contract voor onbepaalde tijd met vaste uren en het contract is op 1 juli door beide partijen ondertekend.
Op 1 juli heeft de werknemer nog een contract voor bepaalde tijd en voldoet dus niet aan alle 3 de eisen. De hoge premie is van toepassing voor juli. Vanaf augustus is de lage premie van toepassing.
Een werknemer heeft al jaren een schriftelijk contract voor onbepaalde tijd voor 16 uur per week. In december blijkt dat deze werknemer het afgelopen jaar 104 uur extra betaald heeft gekregen.
Gemiddeld heeft deze werknemer dus 104/52 weken = 2 uur extra aan verloonde uren gehad. 2/16 = 12,5%. Dit is minder dan 30%. Er hoeft dus geen verrekening plaats te vinden.
De werknemer uit bovenstaand voorbeeld laat in december nog 200 vakantieuren uitbetalen.
In dat geval wordt de berekening: 304/52 = 5,85 uur/16 = 36% aan extra verloonde uren. Dat is meer dan 30%. Over het verdiende loon van gehele kalenderjaar moet alsnog de hoge WW-premie worden betaald. Dit zal de werkgever al snel € 600,- extra aan premies kosten (bij een jaarloon van € 12.000,-). Het zou in dit geval beter zijn geweest om een gedeelte van de uren in december te betalen en een gedeelte in januari.
Vanwege corona zal er in 2020 en waarschijnlijk 2021 in bovenstaand voorbeeld geen correctie plaatsvinden.