Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)
Voor 2021 had de overheid maatregelen getroffen om (verkapte) VUT uitkeringen te voorkomen. Als u een werknemer voor zijn AOW leeftijd een extra vergoeding gaf met als doel een aanvulling te geven tot de AOW leeftijd, moest u in 2020 een extra RVU-heffing betalen van 52%. (Naast de gewone belasting die op deze uitkeringen wordt ingehouden.)
In het pensioenakkoord is afgesproken dat er nu een tijdelijke en beperkte vrijstelling komt. Deze vrijstelling houdt het volgende in:
- U mag aan een werknemer, maximaal 36 maanden voor het bereiken van zijn pensioengerechtigde leeftijd zonder RVU-heffing een uitkering betalen. (U moet dus nog wel gewoon belasting inhouden op de uitkering.)
- De uitkering mag maximaal het aantal maanden voor de pensioengerechtigde leeftijd x de drempelvrijstelling zijn. De drempelvrijstelling voor 2021 is € 1.767,- per maand. In theorie zou u een werknemer dus 36 maanden voor het bereiken van de AOW-leeftijd 36 x € 1.767,- = € 63.612,- mogen uitkeren zonder RVU heffing. Doet u dat eerder dan is de RVU heffing van 52% over het volledige bedrag verschuldigd. De RVU heffing kan al spelen bij werknemers vanaf 55 jaar. Er zijn echter ook uitzonderingen waardoor er mogelijk geen RVU heffing van toepassing is.
- De regeling geldt tot 2025, maar er is ook nog een overgangsregeling voor uitkeringen die schriftelijk zijn aangegaan voor 31 december 2025.
Als u hier meer over wilt weten, dan adviseren we u contact met ons op te nemen.
LET OP: Het wetsvoorstel is uitgesteld. Daarom is het nog niet mogelijk om hier begin 2021 gebruik van te maken!
Extra vakantiedagen sparen
Voor 2021 mocht een werknemer maximaal 50 weken verlof (vakantieverlof of compensatieverlof) sparen. Deze grens zal worden opgetrokken naar 100 weken. Werknemers die in de gelegenheid zijn om veel verlof te sparen kunnen hiermee dus ongeveer 2 jaar voor hun AOW leeftijd stoppen en dan nog 2 jaar lang vakantiedagen opnemen en het loon doorbetaald krijgen.