Het wetsvoorstel implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden is op 21 juni 2022 aanvaard door de Eerste Kamer. De wet zal met ingang van 1 augustus 2022 in werking treden. Vanaf 1 augustus 2022 moet deze wet zorgen voor heldere arbeidsvoorwaarden.
Volgens de wet was een werkgever al verplicht om werknemers te informeren over de arbeidsvoorwaarden, zijn rechten en plichten. Met deze wet wordt dit nog verder uitgebreid.
Zo moet u werknemers informeren over:
- De plaats waar de arbeid wordt verricht. Als dat geen vaste plaats is, dan moet dat ook worden vermeld.
- Hoeveel verlof een werknemer heeft en hoe dat wordt berekend.
- De procedure die de werkgever en werknemer in acht moet nemen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Dit kan worden gedaan door te verwijzen naar art 7.10 BW of de CAO.
- Als de arbeidsduur onvoorspelbaar is moet ook vermeld worden op welke dagen en uren de werknemer kan worden verplicht om te werken.
- Bij een uitzendovereenkomst: de identiteit van de inlenende onderneming.
- Als er sprake is van een proeftijd: de duur en de voorwaarden. De voorwaarden kunnen als volgt worden beschreven: "De voorwaarden van de proeftijd zijn geregeld in Titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek."
- indien van toepassing: het door de werkgever geboden recht op scholing.
Kosteloze opleiding
Het nieuwe artikel 7:611a, lid 2, BW bepaalt, dat de werkgever voor scholing die hij op grond van de wet of de toepasselijke CAO verplicht aan de werknemer moet verstrekken, geen kosten op de werknemer mag verhalen. De werknemer moet tevens, voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is, in de gelegenheid gesteld worden de scholing tijdens werktijd te kunnen volbrengen. Die werktijd wordt beschouwd als arbeidstijd.
Wanneer moet een werkgever scholing aan een werknemer verstrekken (volgens de wet of cao)?
Je kan hierbij denken aan het volgende:
- cursussen die een werknemer moet volgen om bij te blijven/om zijn functie goed te blijven doen.
- scholing die een werknemer volgt omdat hij niet goed functioneert.
Het lijkt erop dat beroepsopleidingen niet vallen onder deze regeling, maar dat is niet heel duidelijk vanuit wetgeving.
Voor de cursussen en scholingen die kosteloos moeten worden aangeboden is het ook niet meer mogelijk om een studiekostenbeding op te nemen in de arbeidsovereenkomst.
Verbod op nevenwerkzaamheden
Een werkgever mag een werknemer niet verbieden om ergens anders te werken, tenzij daar een gegronde reden voor is. Zo'n reden kan zijn:
- gezondheid/veiligheid: Het is niet wenselijk dat een werknemer door zijn extra werk zoveel uren gaat werken dat dit leidt tot een overtreding van de arbeidstijdenwet.
- het vermijden van een belangenconflict: Een advocaat werkt bij een advocatenkantoor en wil 1 dag als zelfstandig advocaat gaan werken. Dit kan problemen geven als hij als zelfstandige tegen cliënten van zijn werkgever procedeert.
Een verzoek op een meer voorspelbare arbeidsrelatie
De richtlijn bepaalt dat de werknemer de werkgever kan verzoeken om een meer voorspelbare arbeidsrelatie. Dit wordt geregeld in de Wet flexibel werken.
De werknemer kan een verzoek doen tot aanpassing van de arbeidsduur, arbeidstijd en de werkplek en nu dus ook een voorspelbare arbeidsrelatie.
Een voorspelbare arbeidsrelatie kan een contract voor onbepaalde tijd zijn of een overeenkomst met vaste uren.
De werkgever moet binnen 1 maand reageren op het schriftelijke verzoek van de werknemer (binnen 3 maanden voor werkgevers tot 10 werknemers).
bron: rijksoverheid, salarisvanmorgen